74 – Het getal vierenzeventig
Wanneer we de namen van het register van Lukas op de juiste manier tellen, (zie “De Dynastie van Adam”) komen we aan een totaal van 74.
Naar orthodox Joodse traditie bevindt zich aan de voordeur van de woning de zogenaamde “mezoezah”. Dit Hebreeuwse woord betekent gewoon “deurpost”, maar is ook de aanduiding geworden van dat kleine kokertje met inhoud, dat aan de deurpost bevestigd is. In dit kokertje, de mezoezah, bevindt zich een stukje perkament, waarop de verzen Deuteronomium 6:4-9 en 11:3-30 geschreven zijn:
Hoor, Israël, De Heere uw God is een enig Heere! Zo zult gij de Heere uw God liefhebben met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen. En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn … En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.
Bovendien bevindt deze tekst zich in de “tefilim”, de gebedsriemen. Deze verzen spelen een grote rol in het Joodse leven! Met het eerste vers is echter iets bijzonders aan de hand. Van het vers:
Hoor, Israël, de Heere uw God is een enig Heere
worden de laatste letters van het eerste en het laatste woord extra groot geschreven. In een Hebreeuwse Bijbel vallen die letters dan ook onmiddellijk op. De laatste letter van het eerste woord is een “ajin”, dat tevens het cijfer 70 voorstelt. De laatste letter van het laatste woord is een “daleth”, die ook tweemaal voorkomt in de naam David. Hij heeft een cijferwaarde van 4.
Wanneer dit vers in het Hebreeuws onder onze ogen komt, wordt het dus op zeer opvallende wijze gemarkeerd door het getal 74!
Het getal 74 – vierenzeventig – wijst op Christus! Dat is dan ook de laatste – nr. 74 – die genoemd wordt in het namenregister in Lukas 3. Deze twee cijfers of letters vormen ook het woord “ed”, dat vertaald wordt met “getuige”. Het getal 74 is de getalswaarde van dé “Getuige”, die niemand anders is dan de Heere Jezus Christus. Het is een van Zijn vele namen en titels! Over Hem lezen we in Jesaja 55:3 en 4:
Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een Eeuwig Verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David.
Ziet, Ik heb hem tot een getuige der Volken gegeven, een Vorst en Gebieder der Volken.
Dé Getuige – een Vorst en Gebieder der volken – wordt hier in één adem genoemd wordt met David en daarbij hoort het getal 74.
74 namen in de natuurlijke afstammingslijn van God tot Christus
In Lukas 3 : 23-38 worden 74 namen genoemd in de natuurlijke afstammingslijn tot en met Christus, Die eeuwig blijft. Zie voor onderbouwing “De Dynastie van Adam”. Het is in ieder geval belangrijk om te weten dat het woord “zoon” (= erfgenaam) slechts één keer gebruikt wordt, namelijk in vers 23. Helaas is dat in nieuwere vertalingen dan de Statenvertaling niet duidelijk aangegeven. Er staat dus steeds een naam, voorafgegaan door “van” en dat duidt op uit “het zaad van”. De Here Jezus was echter niet uit “het zaad van Jozef” en daarom staat hier “de zoon van”, dus “de wettige erfgenaam van”.
De namen staan andersom genoteerd dan in het register van de “koninklijke lijn” in Mattheüs 1. Maar in onze opsomming beginnen we met Adam. De 74-ste in de rij is Jezus. En daar stopt de “bloedlijn uit Adam”, want Jezus kreeg geen vleselijke nakomelingen. De Koninklijke lijn (waarbij het gaat om de erfgenamen vanaf Abraham) van Mattheüs 1, die 3 x 14 (42) namen kent, gaat één stap verder en eindigt met Christus, Die voor altoos blijft en dus “eindigt” met Hem de Koninklijke lijn.
- Adam
- Seth
- Enos
- Kaïnan
- Malaleel
- Jared
- Henoch
- Methusalem
- Lamech
- Noach
- Sem
- Arfachsad
- Sala
- Heber
- Falek
- Ragau
- Saruch
- Nachor
- Thara
- Abraham
- Izak
- Jakob
- Juda
- Perez (Fares)
- Esrom
- Aram
- Aminadab
- Nahasson
- Salmon
- Boaz
- Obed
- Jesse
- David
- Nathan
- Mattatha
- Mainan
- Meleas
- Eljakim
- Jonan
- Jozef
- Juda
- Simeon
- Levi
- Matthat
- Jorim
- Eliëzer
- Joses
- Er
- Elmodam
- Kosam
- Addi
- Melchi
- Neri
- Salathiël
- Zerobabel (“Rhesa”
= titel “hoofd”) - Johannes
- Juda
- Jozef
- Semeï
- Mattathias
- Maath
- Naggai
- Esli
- Naum
- Amos
- Mattathias
- Jozef
- Janna
- Melchi
- Levi
- Matthat
- Heli
- Jozef
- Jezus