Les 54 – Het Boek Haggaï

Les 54 – HET BOEK HAGGAÏ

VRAGEN VOOR ZELFSTUDIE (Les 54)

  1. In welke periode van Israëls geschiedenis profeteerde Haggaï?
  2. Voor welk doel verwekte God de profeet Haggaï?
  3. Onder wiens leiderschap keerde het overblijfsel naar het land terug?
  4. Aan welk werk werd zo spoedig mogelijk begonnen?
  5. Wat hield het werk tegen?
  6. Wat is het meest treffende kenmerk van de boodschap van Haggaï?
  7. Wie was Zerubbabel en in welke opzichten is hij een type van Christus?

III. DE PROFETEN VAN NA DE BALLINGSCHAP

A. DE PERSOON VAN HAGGAÏ

I. ZIJN PLAATS ONDER DE PROFETEN

Haggaï is de eerste profeet ná de ballingschap. Hij was een tijdgenoot van Zacharia en Maleachi. Ofschoon zijn profetie niet zo diepgaand en verreikend is als die van Zacharia, had hij toch naast die grotere profeet ook een machtige boodschap. God gebruikte hen beiden om het volk wakker te schudden en de geestdrift tot de herbouw van de tempel weer bij hen op te wekken (Ezra 5:1). 

Deze profeten na de ballingschap mochten ook de voorzeggingen betreffende een toekomstige tijd van nationale zegen bevestigen en met name de profetie over de komende Messias.

II. DE TIJD WAARIN HIJ LEEFDE

In het eerste vers van zijn profetie vermeldt Haggaï wanneer zijn dienst begon. De daar genoemde koning van Perzië moet Darius Hystaspes geweest zijn. De Hebreeuwse monarchie was geëindigd bij de ballingschap en is ook na de terugkeer in het land niet hersteld. Het volk moest schatting betalen aan een buitenlandse macht en had weinig werkelijke vrijheid. De monarchie zal pas terugkeren bij de komst van de Koning der koningen om Zijn Messiaanse rijk te vestigen. Ongeveer zestien jaar vóór de tijd van Haggaï’s profetie was een deel van het volk teruggekeerd naar hun land, onder leiding van Zerubbabel. In de zevende maand was het fundament van de tempel gelegd, want de profeten hadden gezegd dat de Messias tot Zijn tempel zou komen.

Ze werkten enige tijd onder Cyrus (in de Bijbel Kores genoemd) en zijn zoon, tot een volgende koning het werk liet stilleggen. Het bijeenbrengen van de benodigde materialen was al een hele opgave, maar de tegenwerking van de Samaritanen bleek een onoverkomelijke hindernis tot de voltooiing van de bouw.

Zij stelden het doel van de bouw in een verkeerd daglicht bij de Perzische koning. Zij beweerden dat de Joden de stad gingen versterken en drongen er bij de koning op aan dat hij het werk zou verbieden. Zo werd er niets meer gedaan tot het tweede jaar van de regering van Darius. Door Haggaï en Zacharia aangespoord de tempel af te bouwen, begon het volk weer met het werk.

Tegenstanders kwamen opdagen, die ook een brief schreven aan Darius, maar deze hield zich aan het decreet van Cyrus en het werk kon voortgaan. U moet de boeken Ezra, Nehemia en Esther lezen als achtergrond voor de studie van Haggaï, Zacharia en Maleachi.

III. ZIJN PERSOONLIJKE GESCHIEDENIS

Eigenlijk is er niets bijzonders bekend van de geschiedenis van Haggaï. Zijn naam betekent: “de feestelijke” of “mijn feest”. In Ezra 5:1 en 6:14 wordt hij eenvoudig “Haggaï de profeet” genoemd. Wat wij werkelijk van hem moeten weten, vertelt hij zelf in 1:13: “Haggaï, de bode des Heeren, in de boodschap des Heeren.”

IV. ZIJN BOODSCHAP

Haggaï vermaant en waarschuwt het volk wegens hun onverschilligheid ten opzichte van de leiding van God. Zijn boodschap is een bevel tot zelfkritiek: “Bedenkt, wat u wedervaren is” (N.B.G. 1:7). God wilde het volk tonen, hoe zelfzuchtig en egoïstisch zij waren. Zij moesten begrijpen dat het werk Gods nalaten, om eigen voordeel, de Heere zeer mishaagde. Haggaï verzekert hen van Gods tegenwoordigheid, bescherming en zegen, als het werk wordt hervat. 

Eeuwen vooruitziende profeteert hij van de glorietijd, als Israël geheel zal worden hersteld onder de regering van de grote Koning-Messias.

Een sterk opvallende trek van Haggaï’s boodschap is, dat hij telkens herhaalt: “Het woord des Heeren geschiedde door de dienst van den profeet Haggaï”, waarmee hij de nadruk wil leggen op het feit dat hij inderdaad de bode des Heeren was.

B. HET BOEK VAN HAGGAÏ

I. INLEIDING

De drie profeten na de ballingschap traden op te midden van het krachteloze overblijfsel van ongeveer 50.000 Joden, die uit de Babylonische ballingschap waren teruggekeerd na zeventig jaren van slavernij. U moet de boeken van Ezra en Nehemia grondig bestuderen en ook de historische gegevens in de geschriften van de drie profeten uit die tijd.

Kort samengevat: het overblijfsel, terug in het land, was niet alleen uiterst zwak, maar ook in voortdurend gevaar. Hun taak was: het herbouwen van de muur en de stad Jeruzalem en het herstel van godsdienst en nationaal leven.

Het is maar al te waar dat, hoewel sommigen zich onderscheidden door ware heldhaftigheid en volharding, de moeilijkheden, die altijd gepaard gaan met zo’n onderneming, nog werden verergerd door onderlinge verdeeldheid en hebzucht. 

Om dit overblijfsel te bemoedigen, te berispen en te onderrichten, traden deze profeten op met het Woord des Heeren. Aan hen was ook opgedragen de vroegere voorzeggingen over een toekomstig glorieus rijk te bevestigen en de Messiaanse profetieën te voltooien.

II. ALGEMENE OPMERKINGEN

In deze korte profetie zijn geen moeilijkheden, die een algemene bespreking nodig maken.

III. INDELING

De vijf delen van dit boek worden alle ingeluid met de woorden: “het woord des Heeren geschiedde door den dienst van den profeet Haggaï.”

1. Hoofdstuk 1:1 en 2
De gebeurtenis, hier vermeld, is de aanleiding tot de profetie. Het werk aan de tempel stagneerde, en nu wordt Haggaï gezonden om het volk aan te sporen (Ezra 5:1, 2).

2. Hoofdstuk 1:3-14
De profeet verkondigt hen dat God misnoegd is over de onderbreking van de bouw van de tempel en die boodschap heeft een gunstige uitwerking.

3. Hoofdstuk 2:1-10
De profeet roept een oude man, die zich de tempel van Salomo nog kan herinneren, om aan het nieuwe geslacht te vertellen hoeveel mooier die tempel was dan deze. Maar dan spreekt de profeet een voorzegging uit, die – letterlijk – alleen maar van toepassing kan zijn op de tempel in de duizend jaren, beschreven door Ezechiël. 

Het staat vast dat deze herstelde tempel uit Haggaï, en alle latere bouwsels, ook die van Herodes, veel minder kostbaar en luisterrijk waren dan die van Salomo. Vers 7 wordt in Hebreeën 12:26 en 27 aangehaald. Vers 8: “Ik zal alle volken doen beven” verwijst naar de grote verdrukking en wordt gevolgd door de komst van Christus in heerlijkheid (Mattheüs 24:29, 30).

4. Hoofdstuk 2:11-20
De profeet verklaart dat het volk onrein is en daarom door God gekastijd wordt.

5. Hoofdstuk 2:21-24
Een prachtige beschrijving van de overwinning van de Heer over de volken (Openbaring 19:17-20; 14:19, 20; Zacharia 14:1-3). De beloning van de geloofstrouw van Zerubbabel (zie Maleachi 3:16-18).

IV. SLEUTELVERS

Het sleutelvers van het boek Haggaï is hoofdstuk 1:14:

“En de Heere verwekte den geest van Zerubbabel, den zoon van Sealthiël, den vorst van Juda, en den geest van Josua, den zoon van Jozadak, den hogepriester, en den geest van het ganse overblijfsel des volks; en zij kwamen en maakten het werk in het huis van den Heere der heirscharen, hun God.”

Het sleutelwoord: “het huis des Heeren” (soms “dit” of “Mijn” huis, enz.); 8 maal.

V. TYPOLOGIE

Zerubbabel is een mooi type van de Heere Jezus, zoals uit het volgende blijkt:

  1. De naam Zerubbabel betekent: “vreemdeling in Babel”.
    Babel betekent: “verwarring”, en is een beeld van de verwarde wereld.
    Christus kwam uit de hemel en werd een vreemdeling in deze wereld.
  2. Zerubbabel werd nochtans vorst in Juda. Hij, Die eens geen steen had om Zijn hoofd op neer te leggen, is de wettige vorst in Juda en zal straks als de Koning in Israël regeren.
  3. Zerubbabel verloste Israël uit Babel en ook dit zal Christus eens doen. Hij zal Israël verlossen uit de macht van het antichristelijke Babel en naar het land leiden.
  4. Zerubbabel bouwde de tempel. Christus bouwt thans de Gemeente, Zijn geestelijke tempel, en zal bij Zijn wederkomst de heerlijke tempel van Ezechiël bouwen.
  5. Zerubbabel wordt door God “Mijn Knecht” genoemd (Haggaï 2:24). Met die naam wordt Christus meermalen aangekondigd in Jesaja en in andere plaatsen van de Schrift.
  6. Zerubbabel wordt vergeleken met een zegelring. Een zegelring was natuurlijk schoon, schitterend, fonkelend, maar in de eerste plaats een teken van autoriteit. Het is een teken van de koninklijke autoriteit van Christus in Zijn wederkomst.
  7. Zerubbabel wordt met de toekomstige Dag des Heeren verbonden, de dag namelijk waarop de tegenwoordige naties met al hun militaire machten, zullen worden omgekeerd. Dat de meerdere van Zerubbabel dit spoedig tot stand moge brengen.


Naar Les 55 – Het Boek Zacharia