Les 57 – De Evangeliën en de Handelingen

Les 57 – DE EVANGELIËN EN DE HANDELINGEN

INLEIDING

1. HISTORISCH EN BIOGRAFISCH

De vier Evangeliën vermelden de geboorte van de Messias, Die in het Oude Testament zowel door profetie als door typen is voorzegd. Zij vermelden ook een aantal van Zijn werken en uitspraken en, tot in bijzonderheden, Zijn dood, opstanding en hemelvaart. 

De Handelingen der Apostelen vermelden de uitstorting van de Heilige Geest, het ontstaan van de Gemeente en een aantal voorvallen en uitspraken in verband met de verbreiding van het Christendom in de wereld. Daarom vermelden deze vijf boeken, historisch en biografisch beschouwd, de belangrijkste gebeurtenissen van de geschiedenis.

2. CHRISTUS CENTRAAL

Wij moeten u er ernstig voor waarschuwen de studie van de Evangeliën niet te beginnen met een vooropgezette mening, tenzij die gevormd is door een voorafgegane studie van het Oude Testament. Het Oude Testament is de van God gegeven inleiding tot het Nieuwe. Daarom kunt u in het Nieuwe Testament alleen maar verwachten te zullen vinden: Hem, waarover Mozes en de profeten hebben geschreven, namelijk Jezus. Ga dus de Evangeliën zo mogelijk zó lezen, alsof u voor de eerste keer het Oude Testament hebt gesloten en het Nieuwe geopend.

3. MOZAÏSCH KARAKTER

Nóg een waarschuwing. Bedenk dat de Heere Jezus aanvankelijk tot de Joden was gezon-den; “geboren onder de wet” (Galaten 4:4), en “een dienaar geworden is der besnijdenis, vanwege de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen zou de beloftenissen der vaderen” Romeinen 15:8). U moet dus tot aan het kruis toe een streng Mozaïsch en wettisch karakter verwachten. De tijd onder de wet heeft geduurd tot aan het kruis. Bij de terechtstelling van Jezus aan het kruis hebben Joden en heidenen samengespannen, en het kruis was “het oordeel over deze wereld” (Johannes 12:31-33). De dood van Jezus betekende het einde van de heerschappij van de wet en opende voor de genade de weg tot rechtvaardiging van de goddelozen (Romeinen 10:4). De genadewaarheden worden ontwikkeld in de “Brieven”. Deze leerstellingen zijn gegrondvest op het (oudere) verbond met Abraham (Genesis  12:1-4; 13:14-17; 15:3-6; Galaten 3:5-17). Zij berusten echter ook op het onderwijs van Christus Zelf en bovenal op Zijn dood en opstanding.

4. GEEN GEMEENTELIJKE LEER IN DE EVANGELIËN

U moet niet menen in de Evangeliën expliciet de leer van de Gemeente te zullen vinden. In de Evangeliën wordt de Gemeente alleen voorzegd (Mattheüs 16:16-18) en typologisch uitgebeeld in de vele tekenen. Het rechtstreekse onderwijs van Jezus heeft weinig te maken met de Gemeente, maar meer met Zijn evangelische arbeid ten behoeve van de enkelingen tot wie Hij zicht richtte tijdens Zijn verblijf op aarde.

5. GEEN VOLLEDIG VERSLAG

U moet niet denken in de Evangeliën een volledige beschrijving van het leven van Jezus te zullen vinden. Om de een of andere reden heeft het Gode niet behaagd een volledig verslag te doen samenstellen van alles wat Zijn Zoon heeft gezegd en gedaan (Johannes 20:30; 21:25). Het is de vraag of de menigvuldige pogingen om de delen van het mozaïek van de woorden en daden van Christus samen te stellen tot een goedlopend verhaal wel enig nut hebben gehad.

Het doel van de vier Evangeliën tezamen is meer om een unieke Persoon voor het voetlicht te brengen dan om een aaneengesloten levensverhaal te geven.

6. NIEUWTESTAMENTISCH

Hoewel de Evangeliën strikt genomen nog net oudtestamentische geschiedenis beschrijven, zijn zij nieuwtestamentische Bijbelboeken, omdat zij zijn geschreven ná de opstanding van Christus. De afloop stond al vast! De echte betekenis van het begrip “Evangelie” is trouwens, dat “hetgeen te verwachten of beloofd was, gerealiseerd is geworden”. Dat is waarom de boeken van Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes volkomen terecht worden aangeduid als de Evangeliën en zij zelf als de Evangelisten.

De Evangeliën moeten daarom worden gelezen in het licht van het Nieuwe Testament!



Naar Les 58 – Het Evangelie van Mattheüs