Les 11 – Typen

Les 11 – TYPEN

VRAGEN VOOR ZELFSTUDIE (Les 11)

  1. Wat is een type?
  2. Welke soorten van typen worden in de Schrift gevonden?
  3. Wat is de regel voor het verklaren van typen?
  4. Geef de regels voor de verklaring van het profetisch Woord.

I. DE TYPEN

Een type is een door God bedoelde illustratie van één of andere waarheid. Een type kan zijn:

1) Een persoon 

Bijvoorbeeld: Adam als een type van Christus, Romeinen 5:14

2) Een gebeurtenis 

Bijvoorbeeld: de gebeurtenissen van de Exodus, d.w.z. de uittocht van Israël uit Egypte, 1 Korinthe 10:11

3) Een voorwerp 

Bijvoorbeeld: de voorhang van de tempel als een type van het menselijk lichaam van Jezus, Hebreeën 10:20

4) Een instelling

Bijvoorbeeld: het Aäronitisch hogepriesterschap als type van het hogepriesterschap van Christus, Hebreeën 9:11, enz.

5) Een inzetting 

Bijvoorbeeld: het Pascha als type van Christus, 1 Korinthe 5:7

Typen komen veelvuldig voor in de Pentateuch (de vijf boeken van Mozes), maar worden minder in de andere Bijbelboeken gevonden. 

De vervulling van het type kan men als regel in het Nieuwe Testament vinden.

VERKLARING VAN DE TYPEN

  1. Men mag nooit een type gebruiken als basis van een leer, maar alleen als illustratie van een waarheid, die ergens anders uitdrukkelijk wordt geleerd. Zie Johannes 13:14; 1 Korinthe 5:7.
  2. Men kan niet met zekerheid beweren dat iets een type is, wanneer het niet elders in de Schrift als zodanig wordt behandeld.

Het is ongetwijfeld waar dat er vele ware typen zijn die niet onder deze laatstgenoemde regel vallen, maar de waarneming ervan is een kwestie van geestelijk onderscheidings-vermogen en kan dogmatisch niet als een vaststaand feit worden aangenomen. 

Zo wordt bijvoorbeeld Jozef algemeen beschouwd als een type van Christus, hoewel geen enkel Schriftgedeelte dit expliciet bevestigt.

II. DE HISTORISCHE GESCHRIFTEN

Deze zijn (1) letterlijk waar: De gebeurtenissen daarin vermeld, hebben werkelijk plaats gehad. En toch (2) hebben zij – misschien vaker dan wij vermoeden – een allegorische of geestelijke betekenis. Bijvoorbeeld de geschiedenis van Izak en Ismaël (zie Galaten 4:22-31).

Wie kan ontkennen dat de geschiedkundige delen van de Schrift vol zijn van geestelijke analogieën? Denk bijvoorbeeld eens aan de geschiedenis van Mefiboseth (2 Samuël 9:1-13) of aan de geschiedenis van Jesaja’s reiniging (Jesaja 6:1-8), enz. Deze ware verhalen zijn vol geestelijke lessen voor de gelovigen. Het is dus geoorloofd – mits men vasthoudt aan hun historische waarheid en betrouwbaarheid – de geschiedkundige Schriften te vergeestelijken.

III. DE PROFETIEËN

Hier bereiken wij de grond van absolute letterlijkheid. Beelden worden dikwijls gevonden in de profetieën, maar het beeld heeft altijd een letterlijke vervulling. Er bestaat geen enkel geval van een “geestelijke” of “figuurlijke” vervulling van een profetie. Voorbeelden: Deze kunnen overvloedig gevonden worden in les 2.

Omdat God in het verleden de profetieën altijd op de meest letterlijke wijze heeft vervuld, wordt deze regel voor de verklaring van de onvervulde profetieën door Hem Zelf bevestigd. Jeruzalem is altijd Jeruzalem, Israël is altijd Israël, Sion altijd Sion.

Maar de geïnspireerde regel, gegeven in 2 Petrus 1:20 moet door u die het “profetisch woord” bestudeert, altijd in acht genomen worden. “Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging.” Met andere woorden: geen enkele profetie kan zichzelf verklaren, maar moet vergeleken worden met al de andere profetische openbaringen over datzelfde onderwerp. Dat is dus een kwestie van Schrift met Schrift vergelijken.

De totale som van alle openbaring betreffende een of ander onderwerp, is de ware leer van de Schrift over dat onderwerp.

Een verdere waarschuwing vormt de gouden regel van Schrift-uitlegging: Lees de dingen in hun verband. Door eenvoudig te lezen wat voorafgaat en wat volgt, zal ieder Schriftgedeelte in de meeste gevallen zijn moeilijkheden oplossen.

KORTE SAMENVATTING

Typen worden verklaard door hun gebruik in het Nieuwe Testament en door hun overeen-komst met waarheden die elders in de Schrift duidelijk worden geleerd. Geschiedkundige verhalen mogen worden vergeestelijkt.

Profetieën mogen nooit worden vergeestelijkt; ze zijn altijd letterlijk.



Naar Les 12 – De zeven verbonden