Les 2 – HET BEWIJS DER VERVULDE PROFETIE
VRAGEN VOOR ZELFSTUDIE (Les 2)
1) Waarom is de vervulling van de profetie een bewijs van de inspiratie der Schrift?
2) Kunnen de profetieën geen menselijke voorspellingen of gissingen zijn geweest?
3) Welke schijnbare onwaarschijnlijkheid was er in de voorzegging dat Christus de kruisdood zou sterven?
II. HET BEWIJS VAN VERVULDE PROFETIE
Het argument:
Als de Bijbel voorzeggingen heeft gedaan betreffende toekomstige gebeurtenissen lang vóór de tijd, waarin zij hebben plaatsgehad, zodat geen menselijke scherpzinnigheid of helderziendheid ze ook maar enigszins heeft kunnen vermoeden of verwachten; en als bovendien deze voorzeggingen zo nauwkeurig en precies zijn, dat de mogelijkheid van gissen of raden ten enenmale is uitgesloten; en als tenslotte deze oude, uitvoerige en bijzondere voorzeggingen op de meest letterlijke wijze in vervulling zijn gegaan, bovennatuurlijk, dan moeten wij tot de conclusie komen, dat zulke voorzeggingen dus geïnspireerd zijn.
Maar de Schrift bevat inderdaad honderden voorzeggingen betreffende Israël, het land Kanaän, Babylonië, Assyrië, Egypte, enz. en aangaande vele personen, die zo oud, zo zeldzaam en tevens zo uitvoerig en nauwkeurig zijn, dat zij onmogelijk in het brein van enig sterfelijk wezen hebben kunnen opkomen!
En deze voorzeggingen zijn vervuld door natuurelementen of door mensen, die van hun bestaan niets afwisten, of die er niet in geloofden, of die al het mogelijke gedaan hebben om hun vervulling te voorkomen. De conclusie, dat de Schrift door God geïnspireerd werd, is dus volkomen gerechtvaardigd.
“Profetie is … niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken” (2 Petrus 1:21).
1. VERVULDE PROFETIEËN BETREFFENDE ISRAËL
a) De Egyptische slavernij en de bevrijding
Genesis 15:13 met Exodus 1:13, 14
Genesis 15:14 met Exodus 12:27-41
b) De afval
Deuteronomium 28:15, 37, 62-67 met 2 Koningen 17:5-7
Deuteronomium 28:45, 49, 53 met 2 Koningen 6:24-29
Leviticus 26:15, 31-33 met 2 Koningen 25:1-11
Daniël 9:11,12
Jesaja 6:9, 10
Deuteronomium 28:32-41
Hosea 3:4
2. GEDEELTELIJK VERVULDE PROFETIEËN BETREFFENDE BABYLON
Jeremia 51, het gehele hoofdstuk, speciaal de verzen 8, 11, 26, 28, 29, 31, 36 en 37.
3. VERVULDE PROFETIEËN BETREFFENDE ASSYRIË
Jesaja 7:17-20 met 2 Koningen 18:9-13
Jesaja 10:12-24
4. VERVULDE PROFETIEËN BETREFFENDE CHRISTUS
a) Zijn mensheid
Genesis 3:15 met Lukas 2:17; Galaten 4:4
Jesaja 7:14 met Matthéüs 1:21-23
Genesis 12:3 met Hebreeën 2:16, 17
b) Zijn Godheid
Jesaja 9:6 met Matthéüs 17:5
Psalm 2:7, 8 met Johannes 10:30
Zacharia 13:7 met Filippenzen 2 : 6
c) Zijn afstamming
Genesis 12:3 met Galaten 3:16
Genesis 21:12 met Lukas 3:34
Genesis 28:14 met Matthéüs 1:2
Genesis 49:10 met Hebreeën 7:14
Jesaja 11:1 met Matthéüs 1:5
2 Samuël 7:14-16 met Lukas 1:31-33
d) Zijn voorloper
Maleachi 3:1 met Lukas 1:76
Maleachi 4:5 met Lukas 1 :17
Jesaja 40:3 met Matthéüs 3:3
e) Zijn geboorte
Jesaja 7:14 met Matthéüs 1:18-21
Micha 5:2 met Lukas 2:4-7
f) Zijn ambten
Profeet – Deuteronomium 18:15 met Lukas 9:35 – Jesaja 61:2 met Lukas 4:16-20
Priester – Psalm 110:4 met Hebreeën 5:5, 6 – Jesaja 40:11 met Johannes 10:14
Koning – Zacharia 9:9 met Matthéüs 21:1-9 – Micha 5:1 met Matthéüs 2:1, 2
g) Zijn vernedering
Zacharia 13:6, 7 met Lukas 23:33
Psalm 69:9 met Johannes 7:5
Jesaja 53:2 met Markus 6:3
Jesaja 53:3 met Johannes 19:5
Jesaja 53:3 met Markus 15:33, 34
Jesaja 53:7 met Lukas 23:8, 9
Jesaja 53:7 met Matthéüs 27:12
Jesaja 50:6 met Matthéüs 26:67
Jesaja 50:6 met Johannes 19:1
Jesaja 52:14 met Markus 15:17
Jesaja 52:14 met Lukas 22:63, 64
h) Zijn kruisiging en dood
Bij de bestudering van de voorzeggingen betreffende de dood van Christus door kruisiging, dienen wij te bedenken, dat op de datum waarop deze profetieën werden geschreven, niets onwaarschijnlijker heeft geleken. En deze onwaarschijnlijkheid was tweevoudig:
- dat de Messias zou sterven;
- dat Hij sterven zou op een wijze, die onder de Joden totaal onbekend was.
Zacharia 12:10 met Johannes 20:24-29
Zacharia 13:6 met Johannes 20:24-29
Psalm 22:1 met Matthéüs 27:46
Psalm 22:7,8 met Lukas 23:35,36
Psalm 22:12, 13 met Markus 15:29-31
Psalm 22: 4, 17 *)
*) Dit Schriftgedeelte, méér dan 1000 jaren vóór Christus geschreven, is een beeld van een executie door kruisiging. Beenderen (van armen, handen, borstkas) uiteengereten; werking van het hart aangetast; intense dorst; gedeeltelijke naaktheid, enz. Al deze dingen zijn verschijnselen die gepaard gaan bij de dood door kruisiging.
Psalm 22:18 met Johannes 19:22-24
Jesaja 52:14 met Markus 15:17; Lukas 22:64; Matthéüs 26:67
Jesaja 53:3 met Johannes 19:15
Jesaja 53:7 met Lukas 23:8, 9; Matthéüs 27:12
Jesaja 53:9 met Matthéüs 27:57, 60
Psalm 34:21 met Johannes 19:33-36
i) Zijn opstanding
Psalm 16:10 met Lukas 24:1-3 en Efeze 4:8
Jona 1:17 met Matthéüs 12:39, 40