Les 44 – Het Boek Obadja

Les 44 – HET BOEK OBADJA

VRAGEN VOOR ZELFSTUDIE (Les 44)

  1. Wie waren de Edomieten?
  2. Wat is het karakter van “de Dag des Heeren”?
  3. Noem enkele gebeurtenissen die voorafgaan aan het Koninkrijk van Christus.
  4. Met welke belofte eindigt de profetie?

A. DE PERSOON VAN OBADJA

I. ZIJN PLAATS ONDER DE PROFETEN

Obadja is waarschijnlijk één van de eerste profeten, die hun profetieën hebben opgeschre-ven. Deze bewering is gebaseerd op zijn eigen geschriften, want alles wat wij van hem weten, staat in zijn boek.

Er is een treffende gelijkenis tussen de profetieën van Obadja en die van Jeremia. Dat de boodschap van Obadja zo kort is, wil volstrekt niet zeggen dat deze van minder betekenis is, want het boek Obadja heeft een belangrijke plaats in de profetische geschriften. Hij is de enige die de aandacht vestigt op en de oorzaak aangeeft van de vijandschap tussen de nakomelingen van Jakob en die van Ezau. De moeilijkheden, die al vóór hun geboorte begonnen, spitsten zich nu toe in het conflict tussen de Arabieren en de Joden. Obadja geeft een vollediger profetie over Edom dan Amos.

II. DE TIJD WAARIN HIJ LEEFDE

Het is onmogelijk om de tijd van Obadja’s optreden nauwkeurig vast te stellen. Daarom zullen we ons beperken tot een samenvatting van de geschiedenis van de Edomieten, tegen wie de profetie gericht was.

De Edomieten waren nakomelingen van Ezau, de broer van Jakob. Vanaf de tijd dat zij in hun moeders schoot tegen elkander stieten (Genesis 25:22, 23) heeft er vijandschap bestaan tussen hen en hun nageslacht.

De Edomieten, die zich oostelijk en zuidelijk van de Dode Zee vestigden, werden al heel vroeg een machtig volk. Als zonen van Ezau waren zij afstammelingen van Abraham, maar zij waren geen zonen der belofte en zij zijn afgeweken van het geloof van Abraham. Ezau had zijn eerstgeboorterecht verkocht voor een schotel linzenmoes en van toen af ontstond zijn haat tegen zijn broer. Toen God door Mozes zijn volk uit Egypte leidde, weigerde Edom zijn broedervolk toe te staan om door zijn land te trekken (Numeri 20:14-21). De Edomieten (beeld van de oude mens, Adam) verheugden zich over elke tegenslag die de Israëlieten overkwam.

De nakomelingen van Ezau zijn het type van het vlees, met zijn begeerte naar stoffelijke dingen. Zij vormen een beeld van de vijandschap van de wereld tegenover de erfgenamen van de geestelijke beloften van God, die hun type hebben in de nakomelingen van Jakob, namelijk de Israëlieten. Zij zijn afgeweken van het geloof van Abraham en stellen hun hoop op fysieke kracht. Zij worden gekenmerkt door hooghartige trots en laatdunkendheid, hetgeen onvermijdelijk moet leiden tot een vernietigend oordeel.

Een eerdere profetie tegen Edom, door Bileam uitgesproken, en door Mozes beschreven, vinden we in Numeri 24:1-19. Dit sluit aan bij de uiteindelijke vervulling van de profetie van Obadja betreffende de komst van de Messias van Israël.

III. ZIJN PERSOONLIJKE GESCHIEDENIS

De naam Obadja betekent “dienstknecht van Jehovah”. Hoewel deze naam in het Oude Testament veelvuldig voorkomt, is niet met zekerheid te zeggen dat één van deze personen dezelfde is als de profeet. Van zijn geschiedenis is niets bekend, hoewel velen ongegronde gissingen gedaan hebben betreffende zijn persoon en zijn afkomst.

IV. ZIJN BOODSCHAP

De inhoud van de boodschap van Obadja is oordeel. Hosea spreekt over Gods liefde, Joël kondigt de komst des Heeren aan en Amos openbaart iets van Gods gerechtigheid. Obadja echter voorzegt de ondergang van Edom. Wanneer de andere profeten spraken over de oordelen die over Israël komen zouden wegens hun zonden, dan volgde daarop toch altijd weer de belofte van herstel. Zij spraken over een overblijfsel uit Israël, dat zich zou bekeren en dat de beloften zou verkrijgen die God aan Abraham had gedaan. Edom krijgt zo’n belofte echter niet; zijn vernietiging zal volkomen zijn. Obadja brengt het wezenlijke kwaad van Edom aan de dag, zijn openlijk behagen in de ondergang van Israël en zijn medewerking daaraan. De slotverklaring van zijn boodschap is: “Het koninkrijk zal des Heeren zijn” (vers 21).

B. HET BOEK VAN OBADJA

I. INLEIDING

Waarschijnlijk moeten wij het optreden van Obadja plaatsen in de regering van de bloeddorstige Athalia (2 Koningen 8:16-26; 11:1-16). Maar de geschiedenis van die tijd is eigenlijk van weinig belang, omdat de profeet alleen spreekt over een buitenlandse vijand, namelijk Edom of Idumea. De Idumeërs zijn nakomelingen van Ezau (Genesis 25:30; 27:38-41; 36:8; Numeri 20:14-23). Reeds lang tevoren was er een belangrijke profetie over Edom uitgesproken (Numeri 24:17-19). Deze profetie ziet op de toekomstige regering van de Messias, Die uit Israël zal voortkomen. De aanleiding tot de profetie van Obadja was een vijandige samenzwering tegen Jeruzalem, waaraan ook Edom deel had (vers 7-14).

II. ALGEMENE OPMERKINGEN

Obadja is de eerste van de profeten die de uitdrukking “de Dag des Heeren” gebruikt. Daar deze uitdrukking zo frequent voorkomt, moet zij nader omschreven worden. De eigenlijke betekenis is: “het oordeel des Heeren”, waarbij “dag” gebruikt wordt in de oude betekenis van “oordeel”. Zoals in “Rijksdag”, (voor het gerecht) “dagen”, “uitdagen”, “gedaagde”. Aan het licht brengen en bestraffen (Efeze 5:13). Zo kent de Bijbel ook “dag van Christus” en “dag Gods”, niet zozeer als tijdsaanduidingen, maar als aanduiding van de diverse oordelen. In de praktijk is “Dag des Heeren” synoniem met “wederkomst des Heeren”.

De “Dag des Heeren” wordt voorafgegaan door vijf tekenen:

  1. de zending van Elia (Maleachi 4:5)
  2. grote verstoringen in de kosmos (Joël 2:31; Mattheüs 24:29)
  3. de valse gerustheid van de mensen (1 Thessalonicenzen 5:1-3)
  4. de afval (2 Thessalonicenzen 2:3)
  5. de openbaring van “de mens der zonde (wetteloosheid”) (2 Thessalonicenzen 2:1-8)
    Lees in verband met Obadja ook Jesaja 34 en Jesaja 63:1-6.

III. SLEUTELVERS

Als sleutelvers kunnen wij nemen vers 15:

“Want de Dag des Heeren is nabij, over al de heidenen; gelijk als gij gedaan hebt, zal u gedaan worden; uw vergelding zal op uw hoofd wederkeren.”

Sleutelwoorden: Edom (met Ezau) – 9 maal; “uitgeroeid” – 3 maal.

IV. INDELING

  1. Het visioen van Edoms vernedering – vers 1-6
  2. De hoofdzonde van Edom – vers 7-14
    Reeds in de tijd van Obadja had Edom zich verbonden met een vijand tegen Jeruzalem. Maar de profetie
    voorzegt een dergelijke samenzwering in de eindtijd, wanneer heidense machten zich zullen verzamelen tegen Jeruzalem tot de grote strijd. Zie Zacharia 14:1; Openbaring 19:17-21.
  3. De laatste bezoeking over Edom in “de Dag des Heeren” – vers 15-16
    Zie Jesaja 34; 63:1-6. De eindstrijd zal plaats hebben op Idumees grondgebied.
  4. De opname van Edom in het Messiaanse Koninkrijk – vers 17-21
    Vergelijk Numeri 24:17-19.

V. GEESTELIJKE TOEPASSING

De principes, opgesloten in de profetie van Obadja, zijn vandaag van toepassing op de levens van personen. Ezau is een beeld van het vlees met zijn lusten; en er zijn mensen die evenals Ezau hun vertrouwen stellen in materiële dingen, in wijsheid van mensen en in menselijke overeenkomsten.

Er kan slechts eeuwige straf voor hen zijn, tenzij zij zich wenden tot de Heere en hun vertrouwen op Hem stellen. Zij, die evenals Jakob zoeken naar geestelijke zegeningen, zullen geloven in de Heere Jezus Christus en Hem aannemen als hun persoonlijke Zaligmaker. 

Hoewel er vele beproevingen en kastijdingen nodig zijn om de gelovigen in overeen-stemming met Gods wil en doel te brengen, zijn Gods beloften zeker. Zijn verlost volk zal leven en heersen met Hem in alle eeuwigheid.



Naar Les 45 – Het Boek Joël