Les 47 – Het Boek Micha

Les 47 – HET BOEK MICHA

VRAGEN VOOR ZELFSTUDIE (Les 47)

  1. Van wie was Micha een tijdgenoot?
  2. Wat is het verschil tussen hun boodschappen?
  3. Welke koningen regeerden tijdens Micha’s dienst?
  4. Tot wie waren zijn boodschappen gericht?
  5. Wat was het wezenlijke thema van Micha’s profetie?
  6. Noem enkele zegeningen, beloofd aan het overblijfsel in de laatste dagen.
  7. Wat was de voornaamste zonde van het noordelijke rijk?
  8. Welke profetie gaf Micha betreffende Christus?

A. DE PERSOON VAN MICHA

I. ZIJN PLAATS ONDER DE PROFETEN

Micha was een jongere tijdgenoot van Jesaja. Deze twee profeten brengen eigenlijk dezelfde boodschap tegen de morele ontaarding in hun tijd en de aankondiging van de komst van de Messias en Zijn Rijk. Het terrein van de profetie van Micha is meer beperkt dan dat van Jesaja. Hoewel zij dezelfde grondwaarheden naar voren brengen, heeft Micha toch niet zijn boodschap van Jesaja overgenomen, maar rechtstreeks door openbaring van God ontvangen: “Het woord des Heeren … tot Micha” (Micha 1:1). 

Micha heeft zijn eigen plaats onder de profeten. Veel Schriftplaatsen verwijzen naar hem als profeet. Toen Jeremia bijna ter dood gebracht zou worden, stonden enige oudsten van het volk op en haalden de woorden van Micha aan, waarin hij de ondergang van Jeruzalem aankondigde (Jeremia 26:16-19 en Micha 3:12).

II. DE TIJD WAARIN HIJ LEEFDE

Het is van belang kennis te nemen van de geschiedenis van de tijd, waarin Micha leefde. In het eerste vers van zijn boek zegt hij dat de Heere tot hem sprak “in de dagen van Jotham, Achaz en Hizkia, koningen van Juda”. In 2 Koningen 15:1-5, 7; 32-38 en in 2 Kronieken 32 vinden we een verslag van de regering van deze koningen. Jesaja 7:1-17 beschrijft de mislukte belegering van Jeruzalem door Israël en Syrië tijdens de regering van Achaz. Later viel Assyrië Israël binnen, met het gevolg dat het rijk der 10 stammen ophield te bestaan. Daarna verschenen de Assyriërs zelfs voor de poorten van Jeruzalem. In antwoord op het gebed van Hizkia werd de koning door Jesaja aangezegd dat de Assyriërs de stad niet zouden binnenkomen. God vernietigde de legers van Sanherib vlak voor de muren van de stad (2 Koningen 19:8-35). De profetieën van Micha betreffen merendeels de vernietiging van het 10-stammenrijk door Salmanezer, de inval van Sanherib in Juda en de invasie door de legers van Nebukadnezar.

III. ZIJN PERSOONLIJKE GESCHIEDENIS

Micha, wiens naam betekent: “Wie is aan Jehovah gelijk?” werd in Juda geboren. Hij woonde in een klein plaatsje, Moreseth-Gath geheten, ongeveer 30 kilometer ten westen van Jeruzalem. Behalve het feit dat hij meest in Jeruzalem profeteerde, is er weinig bekend van zijn persoonlijke leven. Zijn profetieën waren alle gericht tot Samaria en Jeruzalem, de hoofdsteden van Israël en Juda.

IV. ZIJN BOODSCHAP

De boodschap van Micha, hem rechtstreeks door God gegeven, was een oordeelsboodschap. Toch behelsde die ook de belofte dat Israëls Messias verlossing zou komen brengen. Als het volk zich bekeert, zal God hun Zijn genade en vergeving schenken. De bozen zullen gestraft worden, maar wie zich tot de Heere Jezus Christus zal wenden als de Messias en Verlosser, die zal volkomen verzoening ontvangen en al de zegeningen die bij het verbond met Abraham en David zijn beloofd.

B. HET BOEK VAN MICHA

I. INLEIDING

Micha was een tijdgenoot van Jesaja en voor zover het Juda betreft, behoeft er over die tijd niets toegevoegd te worden aan hetgeen in les 45 daarover is gezegd. Maar de profeet zegt ons in hoofdstuk 1:1 dat het woord des Heeren, dat tot hem kwam, ook Samaria betrof en daarom moeten wij de toestand in het andere rijk ook in ogenschouw nemen.

Gedurende de lange regering van Uzzia in Juda, was Israël in een staat van voortdurende verwarring en geweld. Toen Uzzia stierf, regeerde over Israël Pekahia, de zoon van Menahem (2 Koningen 15:22, 23), die als militaire geweldenaar tien jaar aan de macht was. Pekahia werd reeds na twee jaar vermoord door Pekah, de zoon van een hoofdman, genaamd Remalia, en hij regeerde twintig jaar, tegelijk met Jotham, de koning van Juda.

Wij herinneren u eraan dat dit de periode is geweest waarin Jesaja zweeg. Pekah’s regering werd verstoord door de inval van Tiglath-Pileser, die het overjordaanse land plunderde, de Jordaan overstak en het volk van Naftali en Galilea wegvoerde naar Assyrië. Pekah, de moordenaar, werd op zijn beurt vermoord door Hosea. Deze regeerde negen jaar over Israël en was een tijdgenoot van Achaz en gedeeltelijk van Hizkia. Zijn regering eindigde met de wegvoering van Israël naar Assyrië, een ballingschap, waarvan de tien stammen nooit zijn teruggekeerd. Micha heeft dus geprofeteerd in die laatste ongelukkige tijd van het rijk.

II. SLEUTELVERS

Als sleutelverzen van dit boek kunnen wij het beste kiezen hoofdstuk 1:5, 6.

“Dit alles, om de overtreding van Jakob, en om de zonden van het huis Israëls …
Daarom zal Ik Samaria stellen tot een steenhoop des velds.”

Sleutelwoorden: “Hoort” – 9 maal; “Verwoesting” – 4 maal; “Vergaderen” – 9 maal

III. INDELING

1. Zonde en oordeel Hoofdstuk 1 tm 3

Jehovah’s twistzaak met het afgodische, afvallige Israël en Juda, en de voorzegging van de ballingschap.

2. Genade en toekomstig herstel Hoofdstuk 4 t/m 7

De profetie van het uiteindelijk herstel van het rijk, ondanks het falen en de verstrooiing van Israël. Dit deel wordt aldus onderverdeeld:

  1. Hoofdstuk 4:1-8
    De algemene voorzeggingen betreffende het rijk dat opgericht zal worden. In de Schrift is een “berg” het symbool van een grote macht (koninkrijk) op aarde; “heuvels” zijn kleinere machten. De profetie voorzegt:
  1. de uiteindelijke oprichting van het Koninkrijk met Jeruzalem als hoofdstad;
  2. zijn betekenis voor de gehele wereld;
  3. zijn karakter – vrede;
  4. zijn gevolg – welvaart.
  1. Hoofdstuk 4:9-10
    De tijdelijke Babylonische ballingschap.
  2. Hoofdstuk 4:11-13
    Profetische blik op de vereniging van de volken tegen Jeruzalem in “de grote verdrukking”, die onmiddellijk voorafgaat aan de verschijning in heerlijkheid van de Messias (zie Zacharia 14:1-3; Openbaring 19:17-21; enz.).
  3. Hoofdstuk 5:1-15
    De overwinning over de volken door de Heerser van Bethlehem, waarmee de grote Messiaanse profetie vervuld wordt.
  4. Hoofdstuk 6 t/m 8
    Voorzegging en rechtvaardiging van de lange jaren van rondzwerven en ellende, met tot slot de profetie van de vervulling van de belofte aan Abraham tot het bezitten van het gehele land.


Naar Les 48 – Het Boek Nahum