Het eerste en het tweede beest uit Openbaring
Met betrekking tot de gebeurtenissen van ná de wederkomst van Christus, tot aan het “ingaan in de duizend jaren”, worden ons in het laatste Bijbelboek Openbaring twee “beesten” getoond.
Het eerste beest is “het beest uit de zee” en het tweede beest is “het beest uit de aarde”. Over beide beesten wordt het e.e.a. gezegd in met name het Bijbelboek Openbaringen.
Wat zijn de verklaringen omtrent die twee “beesten”? De studies van br. Ab Klein Haneveld over dit onderwerp, werpen prima licht op de zaken die in de toekomst aan de orde zullen zijn.
Twee verklaringen rondom het “tweede beest”
Er worden twee verklaringen rondom dat “tweede beest” gegeven. De eerste staat in de studie “De twee beesten uit Openbaring 13” en de tweede verklaring is terug te vinden in de studie (beschikbaar via bijbelpanorama.nl) “Koper, ijzer en leem”, aangevuld met de audiostudie A234 “Het beest en Babel“. De studie “Daniël” is ook nuttig bij dit onderwerp, omdat het ook ruim ingaat op wat in Openbaring gezegd wordt.
Passen deze twee van elkaar verschillende verklaringen op een of andere wijze bij elkaar of zijn ze toch te verschillend en staan we, als we een antwoord proberen te vinden op dit onderwerp voor de toekomst, voor een keuze welke gedachte de meest aannemelijke is?
We beginnen met de nodige wetenswaardigheden omtrent het “eerste beest uit de zee”, waarover slechts één verklaring gegeven is in de studies van br. Ab Klein Haneveld.
Verklaring 1
Het eerste beest is het “beest uit de zee”, de vorst over de volkeren
Openbaring 13 : 1
En ik zag uit de zee een beest opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van [gods] lastering.
Openbaring 17 : 10-12
En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de één is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig [tijds] blijven.
En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste [koning], en is uit de zeven en gaat ten verderve.
En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar alskoningenmacht ontvangen op één ure met het beest.
Het beest uit de zee is níet de tien-statenbond. Hij komt daar wel uit voort. De tien-statenbond zal vermoedelijk 40 jaar bestaan en gedurende de laatste 33 jaar geregeerd worden door “het beest uit de zee”. De “tien koningen” zijn in die periode tegelijk met “het beest uit de zee” aan de macht.
Openbaring 17 : 13, 14
Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beestovergeven.
Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.
Dezen (de tien koningen) hebben zich verenigd in een verbond (= één mening). Zij zullen zich onderwerpen aan “het beest uit de zee”. Ze zullen tegen het Lam oorlog voeren en het Lam, de Leeuw uit de stam van Juda. (Openbaring 5 : 5, 6) zal hen overwinnen.
In Openbaring 13 : 5 staat, dat het beest uit de zee lasteringen zal uitspreken. Hij kan gedurende 42 maanden doen wat hij wil. Deze 42 maanden (3,5 jaar) duiden op de eerste helft van de 70-ste week. In die periode prediken de twee getuigen, Mozes en Elia en is er een verbond tussen de Joodse staat en het beest uit de zee.
Israël zal een verbond maken met een machtige Arabier. Een andere macht, namelijk Rusland, zal echter ingrijpen en het land, aan het eind van de tweede 3,5 jaar van de “de 70-ste jaarweek”, de Joodse staat verwoesten.
In vers 7 staat dat het beest “de heiligen krijg aan zal doen“. Met “de heiligen” wordt de Joodse staat bedoeld. In Daniël 7 : 25 heet dat “de heiligen der hoge plaatsen“. Het strijden tegen de heiligen vindt plaats in “de grote verdrukking”, namelijk in de tweede helft van de 70-ste week.
Het “beest uit de zee” krijgt eerst macht over Israël; daarna over “alle geslacht, en taal, en volk“. (Vers 7) Dan zal hij de koning van Babel zijn. In de 70-ste week is hij dat nog niet.
De koning van Babel (het beest uit de zee) heeft al macht over één of meer volkeren op het tijdstip van de opname van de Gemeente.
Precies aan het einde van de 70-ste week, nadat Jeruzalem aan het einde van de 70-ste week verwoest is, (niet door dit “beest uit de zee”) zal Babel, na 2520 jaar, weer de hoofdstad van het herstelde Griekse wereldrijk zijn. (link invoegen)
Tien-statenbond vóór de opname van de Gemeente
Aangezien die figuur zijn macht van de tien-statenbond zal ontvangen, zal die tien-statenbond ook al in aanleg moeten bestaan voor de opname van de Gemeente. De tien hoornen zullen hun macht aan de kleine hoorn geven. Hij heeft reeds macht aan het begin van de 70-ste week, want anders kan hij geen vredesverbond met de Joodse staat sluiten. Hoe groot die macht is, wordt niet gezegd.
De macht van die tien-statenbond valt nog niet onder de stad Babel. Pas aan het eind van “de 70-ste week” zal Babel de hoofdstad zijn en dat gedurende een periode van 33 jaar.
Het tweede beest is het “beest uit de aarde”, de vorst in het land Israël
Het “beest uit de zee” is de vorst over de volkeren. Het “beest uit de aarde” (= het land) is de vorst in het land Israël.
Uit Openbaring 13 blijkt dat er een goede verstandhouding zal bestaan tussen de machthebber in Israël (= het beest uit het land) en de machthebber van de Arabieren (= het beest uit de zee).
Openbaring 13 : 11-18
- En ik zag een anderbeest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams [hoornen] gelijk, en het sprak als de draak.
- En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid (= aan-wezigheid) van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was.
- En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen.
- En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en [weder] leefde, een beeld zouden maken.
- En hetzelvewerd [macht] gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.
- En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden;
- En dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams.
- Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig.
Het beest uit de aarde is de antichrist
Het tweede gedeelte van Openbaring 13 spreekt over “het beest uit de aarde”. Dit is de zogeheten “antichrist”. Hij zal aan “het beest uit de zee” ondergeschikt zijn. Hij zal ervoor zorgen dat de mensen in zijn land “het beeld van het beest uit de zee” zullen aanbidden.
Dat heeft met religie te maken; zeer waarschijnlijk met betrekking tot de Islam. Het Jodendom en de Islam hebben veel met elkaar te maken. Jeruzalem is een heilige plaats voor zowel de Joden als de mohammedaanse Arabieren. Abraham is voor beide een belangrijke voorvader. Als Israël vrede wil, zal het ook toenadering op het godsdienstige niveau moeten zoeken.
Men zal in de eerste helft van de 70-ste week een akkoord hebben over een gezamenlijke heilige plaats. Het “beest uit het land” zal tekenen kunnen doen. Dat ligt op het gods-dienstig vlak.
Het beeld dat opgericht wordt, zal aanbeden worden. Dit beeld is gelijk aan “de gruwel der verwoesting” die in het midden van de 70-ste week opgericht zal worden. (Mattheüs 24 : 15) Het is aan het beest gewijd en zal kunnen spreken (door de invloed van de satan). Wie het beest niet aanbidt zal gedood worden.
Vanaf de tweede helft van de 70-ste week zullen de mensen in de Joodse staat een merkteken moeten aannemen. Dat geldt overigens ook voor de andere volkeren die onder de heerschappij van Babel terechtkomen.
“De aarde” is gelijk aan “leem”, dan wel aan “steen”. We nemen aan dat, als de zee een beeld is van de heidense volkeren, de aarde een beeld is van Israël. Dit “beest uit de aarde” is kennelijk degene die wij in Daniël 9 : 27 missen. De leider van “de velen” der Joodse staat.
En hij zal velen het verbond versterken één week; en [in] de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste.
Die twee beesten (vorsten), de ene uit de zee, (de leider van de tien-statenbond) de andere uit de aarde, (de leider van Israël), zijn tegelijkertijd aan de macht.
De toekomstige “leider” van Israël zal Israël oproepen zich te verbinden aan de vorst van de tien-statenbond. Dit laatste wereldrijk wordt uiteindelijk geregeerd vanuit een hersteld Babel. Dit betekent dat er iemand opstaat, die Israël aanbeveelt zich aan de koning van Babel te onderwerpen.
Het beeld van het beest uit de zee
“Het beeld van het beest uit de zee” in Openbaring 13 : 14 is eigenlijk dezelfde als het beeld dat Nebukadnezar liet oprichten in Daniël 3 : 1. Dat was zestig ellen hoog. Men moest ervoor buigen, omdat men anders in de vurige oven werd geworpen. Het stelde Nebukadnezar voor en daarmee Babel.
“Het beeld van het beest uit de zee” in Openbaring 13 is óók de koning van Babel. Aan hem zal men zich moeten onderwerpen. Met hem zal men een verbond moeten sluiten.
Twee hoornen, des Lams gelijk
In Openbaring 13 vinden we twee leiders. De eerste is die van de heidense (de Arabische) wereld. De tweede is de leider van Israël. Die twee leiders sluiten samen een verbond.
Vers 11 leert, dat “het tweede beest uit de aarde” twee hoornen, des Lams gelijk, had. Het Lam is de Koning van Israël, namelijk Christus Zelf. Het “beest uit de aarde” lijkt er wel op, maar hij is het niet. Hij is niet dé Christus, maar in plaats daarvan de christus; de antichrist uit de brieven van Johannes.
Als de uiteindelijke Koning van Israël komt als de Zoon van David, zal Hij volgens de profetieën Israël tot eenheid maken. (Ezechiël 37 : 19-22) Hij zal de twee verenigen. Het volk Israël bestaat uit twee, namelijk de Joden (het 2-stammenrijk) en Israël (het 10-stammenrijk). Daar gaat het hier in Openbaring 13 blijkbaar over.
Twee hoornen: de 2 en de 10 stammen van Israël
De voor de hand liggende verklaring is, dat die “twee hoornen” in Openbaring 13 : 11 staan voor de beide volken; de twee en de tien stammen van Israël. De tien stammen zouden immers ná, en door toedoen van, de wederkomst van Christus uit de verborgenheid terugkeren.
Wanneer “het beest uit de aarde” “twee hoornen” heeft, wil dat zeggen dat hij niet alleen de vertegenwoordiger van de Joodse staat (van de Joden) is, maar ook van de tien stammen van Israël. In die positie sluit hij een verbond met de koning van Babel.
Dus: van de twee grootmachten in Openbaring 13, die met elkaar een overeenkomst sluiten, is de één in de praktijk de vertegenwoordiger van alle heidense volkeren en de andere de vertegenwoordiger van geheel Israël.
De Arabische wereld was en is in conflict met Israël. De Arabische macht, tegenover de macht van de Verenigde Staten en bondgenoten, is aardig in evenwicht. De machten zijn van elkaar afhankelijk en ze kunnen op gelijke voet met elkaar praten. Dat kan een vertegenwoordiger van een op zichzelf aangewezen Joodse staat nooit, omdat die altijd de zwakste positie heeft. De Joodse staat bestaat bij de gratie van de Verenigde Staten.
De valste profeet
Dit “beest uit de aarde” is óók de “valse profeet”, genoemd in Openbaring 19 : 20:
En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt.
De “valse profeet” predikt een valse boodschap en sluit een verbond met de verkeerde god. Met die van Babel en niet met die van Jeruzalem.
De 10 stammen
De tien stammen worden tegenwoordig gevonden onder de Angelsaksische volkeren. In het algemeen zijn dat de Engelssprekende volkeren, met de nadruk op Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Noord Amerika. Het gaat niet om individuen, maar om de plaatsen en volkeren die erfgenaam zijn van de 10 stammen van Israël. Engeland is daarbij de vertegenwoordiger van de stam van Efraïm (zoon van Jozef) en de Verenigde Staten van Noord-Amerika van de stam van Manasse (zoon van Jozef).
Jozef was de eerstgeborene van Jakob. Manasse en Efraïm zijn de twee stammen die uit Jozef voortgekomen zijn. (Genesis 48 : 5) Het eerstgeboorterecht hoorde van nature bij Manasse. (Genesis 41 : 51) In geestelijke zin is Efraïm echter de eerstgeborene. (Genesis 48 : 14)
Als wij rekenen naar de aardse en natuurlijke situatie van de volkeren, zou het eerst-geboorterecht van de stammen van Israël terechtkomen bij Manasse en dat moet de Verenigde Staten zijn. Daar is overigens geen kort Bijbels argument voor.
Openbaring 13 en Daniël 9
In Openbaring 13 wordt een vorst genoemd met twee hoornen, die in verband staan met de twee en de tien stammen van Israël.
In Daniël 9 wordt die vorst echter niet genoemd. Een ander verschil met Daniël 9 is, dat het daar niet gaat over twee en tien stammen, maar alleen over twee stammen, Daniëls volk en heilige stad. (Daniël 9 : 24)
Wanneer we de profetieën uit Openbaring 13 en Daniël 9 naast elkaar leggen, komen we tot het volgende:
De “vorst van Israël” komt uit de tien stammen en niet uit de Joodse staat.
Verklaring 2
Het gaat nu om de andere verklaring inzake alleen “het tweede beest uit de aarde”. In de studie “De twee beesten uit Openbaring 13” wordt ter verklaring van Openbaring 13 : 4-6 het e.e.a. gezegd. Openbaring 13 : 4:
En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve?
En hetzelve werd een mond gegeven, om grote dingen en [gods] lasteringen te spreken; en hetzelve werd macht gegeven, om [zulks] te doen, twee en veertig maanden.
En het opende zijn mond tot lastering tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel, en die in den hemel wonen.
Hier wordt over twee verschillende figuren naast elkaar gesproken, namelijk “de draak” en “het beest uit de zee”, waarbij de draak zorgt dat het beest de macht krijgt. In de praktijk hebben de draak en het eerste beest samen de macht.
De draak is de antichrist, de duivel, de grote wereldleraar en de valse profeet. De draak gaf het beest uit de zee zijn kracht, troon en grote macht. Dat de draak “kracht aan het beest uit de zee” geeft, betekent dat dit beest gelijk is aan die laatste “kleine hoorn”, (Daniël 7 : 8 en 8 : 9) die over de tien koningen zal heersen.
Het ene beest (uit de zee) is het antichristelijke wereldrijk als zodanig met een man aan het hoofd, een koning. Hij zal op aarde het laatste wereldrijk oprichten en datgene doen wat Alexander de Grote in het verleden al had willen doen. Daarvoor moet hij wel meer meebrengen dan alleen wapens. Hij moet een goede filosofie hebben, een leer, een religie, die iedereen aanspreekt.
Daarin zal het tweede beest (uit de aarde) voorzien. Dat is de draak, de antichrist, oftewel satan zelf.
De vraag na dit alles is:
- Is het “tweede beest uit de aarde, met twee hoornen”, de draak, de antichrist, oftewel satan zelf?
Of:
- Komt de “vorst van Israël”, de leider van Israël, de antichrist, voort uit de tien stammen van Israël, waarbij dit “beest uit de aarde” niet alleen de vertegen-woordiger is van de Joodse staat (de Joden, de 2 stammen) is, maar óók van de tien stammen van Israël?
In de nabije toekomst zullen we het weten …
.