Gods agenda vanaf “nu”

Gods agenda vanaf “nu”. Het doel van dit artikel is om een relatief kort overzicht te geven van de in de Bijbel voorzegde gebeurtenissen vanaf de “opname van de Gemeente”. Dat is voor gelovigen in de Here Jezus Christus het eerste dat op Gods programma – op Gods agenda – staat. 

Gods agenda vanaf “nu” begint met die – voor gelovigen althans – zo grote en wellicht langverwachte gebeurtenis. Daarna gaat er nog minstens 1040 jaar overheen tot de Christus der Schriften aan de laatste onderdelen van Zijn Plan toekomt.

In dat licht zouden we ons daarom niet druk maken over “het voortbestaan van de planeet en de mensheid”, zoals zo vaak gezegd wordt met het oog op klimaat, milieu, ziektes en oorlogen. De Ware God heeft een groots Plan en voert dat helemaal uit en dus zal Hij alles in stand houden totdat Zijn Plan voltooid is.

Onderzoeken “of deze dingen alzo zijn”

De onderbouwing wordt hier niet gegeven en uiteraard is het bij lange na niet volledig uitgewerkt, maar in de Bijbel en via de websites van vlichthus.nl, bijbelschool.vlichthus.nl en via bijbels-panorama.nl en bijbelstudie.nl kan men dat allemaal zelf onderzoeken “of deze dingen alzo zijn”. (Handelingen 17 : 11) Er is absoluut genoeg materiaal om zélf tot een gedegen kijk te komen op wat in de komende tijd nog geschieden moet.

Het is niet de bedoeling om er over te discussiëren. Dit is slechts de huidige stand van de verzamelde kennis op dit gebied, aangeboden ter informatie en niet meer dan dat. Ter overdenking, om het zelf na te zoeken en in ieder geval serieus te nemen als zijnde het Plan Gods, dat Hij uitwerkt in Zijn Schepping. Daaraan hebben alleen gelovigen “in de Zoon” (= de Erfgenaam) deel en dat betekent meteen een oproep om tot geloof te komen in wat God gesproken heeft, mocht u dat nog niet gedaan hebben.

1 Johannes 4 : 14, 15

En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader [Zijn] Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld.
Zo wie beleden zal hebben, dat Jezus de Zoon van God is, God blijft (= woont) in hem, en hij in God.

De “opname van de Gemeente”

Als eerste op de agenda van Gods Programma” staat de “opname van de Gemeente”. Die is van toepassing voor wie tot geloof gekomen is in de Here Jezus Christus sinds Zijn opstanding. Al deze gelovigen zijn toegevoegd aan Zijn Lichaam en zullen “opgenomen worden in de lucht”, om “altijd met den Heere te wezen”. (1 Thessalonicenzen 4 : 17) De gelovige is nu al “gezet in den hemel in Christus Jezus”, (Efeze 2 : 6) maar bij de “opname van de Gemeente, dat is de “Dag van Christus”, (Filippenzen 1 : 10) zal de “oude mens”, het “vlees” waarin wij geboren zijn, plaatsmaken voor een Nieuw Lichaam.

Filippenzen 3 : 20, 21

Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, [namelijk] den Heere Jezus Christus;
Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen.

Bij deze gelegenheid zal dé tegenstander, de satan, de duivel, met zijn personeel, uit de hemel gegooid worden door “Michaël en Zijn engelen (= de Gemeente)”. (Openbaring 12) De satan en zijn medestanders zullen in alle hevigheid vanuit alleen nog een aardse positie strijden tegen Christus om de gehele wereld te misleiden.

Bij de opname van de Gemeente zijn álle gelovigen in de Here Jezus Christus van deze aarde “vertrokken”. Een wereld zonder geloof kan in Gods ogen niet en daarom zendt Hij “twee getuigen” (Mozes en Elia) die in de stad Jeruzalem hun boodschap m.b.t. het Koninkrijk Gods, maar ook m.b.t. de komende oordelen Gods, bekend zullen maken. 

Zij zullen na 3,5 jaar gedood worden en hun getuigenis beëindigen. Na 3,5 dagen worde zij weer tot leven gewekt, waarna ook zij opgenomen worden in de hemel. (Openbaring 11 : 3) Net zoals “de Gemeente” 3,5 jaar daarvóór opgenomen werd “in de lucht”.

Oordeel over de 2 stammen in Judéa en Jeruzalem

Vervolgens gaat het Plan Gods verder met de periode van 40 jaar, die we kunnen omschrijven als een periode van “7 + 33 jaar”. Daarin gebeurt echt heel veel, zoals ook in Openbaring beschreven wordt. Hét kenmerk van deze periode is dat God oordeelt en dat betekent 40 jaar verdrukking van Godswege. En wel in deze volgorde:

  1. Oordeel over het Joodse volk (de 2 stammen) in Judéa en over de stad Jeruzalem
  2. Oordeel over de volken die behoren tot de 10 stammen
  3. Oordeel over de overige volken
  4. Oordeel over de stad Babel en haar koning
  5. Oordeel over de ongelovigen die dan nog op aarde zijn

Het oordeel over het Joodse volk (de 2 stammen) in Judéa en over de stad Jeruzalem neemt 7 jaar in beslag. Het begint met het sluiten van een officieel ondertekend verbond en een daarop volgende periode van 3,5 jaar van “vrede en veiligheid”, waarna er “grote verdrukking” zal zijn. (Mattheüs 24) 

Deze “70-ste week van Daniël” (verdeeld in 2 x 3,5 jaar) eindigt met de zichtbare “weder-komst van Christus” op de Olijfberg en de totale vernietiging van Jeruzalem en al wat daarbij hoort. Er zal niets overblijven, waarna stad en land gereinigd, herbouwd en alsnog vruchtbaar gemaakt moeten worden. Die in de hemel een Troon heeft, zal ook Zijn Troon op aarde zetten. Vanuit Jeruzalem zal Hij gaan regeren, uiteindelijk over heel de aarde.

Een overblijfsel zal “de Naam des Heeren aanroepen” (o.a. Joël 2) en behouden worden. Zij geven alsnog gehoor aan de prediking die in de eerste 3,5 jaar door de “twee getuigen” in Jeruzalem is verricht. Anderen hebben dat al eerder gedaan.

Dat overblijfsel zal zich bekeren en dan zien “Wien zij doorstoken hebben” (Zacharia 12 : 10) en weggevoerd worden naar de woestijn, namelijk naar de rotsstad Petra in Jordanië, alwaar de Here Jezus Christus Zich aan hen zal openbaren en men tot geloof komt in de Messias, de Verlosser Israëls. (o.a. Jesaja 44 : 6)

Oordeel over de volken behorende tot de 10 stammen

Ná de wederkomst van de Here Jezus Christus, mét Zijn Gemeente, op “de Olijfberg ten oosten van Jeruzalem”, (Zacharia 14) is er nog 33 jaar te gaan voordat het Koninkrijk Gods op héél de aarde gevestigd zal zijn. 

De “Dag des Heeren” (“Dag van Jehovah”) is de aanduiding van Gods oordeel over de volkeren. Het gaat daarbij over “verdrukking en benauwdheid”. Ná de “grote verdrukking” over “Juda” richt God zich tot de volken die behoren tot de 10 stammen. Hun ongeloof, resulterend in een God onwelgevallige politiek en economisch systeem (zie o.a. Bijbel-boek Amos) zal geoordeeld worden.

Maar zoals altijd zorgt God voor een uitweg, hoewel die alleen voorhanden is voor degenen die in Hem geloven (= op Hem vertrouwen). Uit de gelovigen van de 10 en 2 stammen bij elkaar, dat is geheel Israël, zullen vervolgens “144.000 verzegelden uit alle geslachten der kinderen Israëls” (Openbaring 7) uitgezonden worden om – onder álle volken op de aarde – het “Evangelie van het Koninkrijk Gods” te verkondigen. 

Oordeel over de overige volken

Het gaat in totaal om een periode van 40 jaar oordeel van Godswege, met daarin onderscheidende fases. Het oordeel over de volken, gedurende 33 jaar, wordt eveneens beschreven in het laatste Bijbelboek Openbaring. Het gaat dan wederom om oordeel over ongelovigen en het behoud van gelovigen. Dat zijn degenen die tot geloof komen op basis van de prediking van het “Evangelie van het Koninkrijk Gods”.

Het is in deze periode dat de tegenstander, de satan, de duivel, vanuit zijn positie op de aarde, omdat hij bij de “opname van de Gemeente” uit de hemel is gegooid, zich zal bezighouden met het “herstel van het Griekse rijk” (profetieën van Daniël), met Babel als hoofdstad. Die stad zal weer tot “centrum van de wereld” gemaakt worden. 

Het Griekse rijk bevindt zich in het Midden-Oosten en heeft als heersers gekend: Nimrod, Nebukadnezar en als laatste Alexander de Grote. Hij was de laatste alleenheerser van het Griekse rijk, vanuit de stad Babel, die hij – ± 330 v. Chr. – als hoofdstad van dat rijk trachtte te herbouwen. Dat mislukte uiteraard, omdat er volgens Gods profetie, via Daniël, “zeven tijden” (2.520 jaar, gerekend vanaf 482 v. Chr.) overheen zouden gaan voordat Babel herbouwd zou worden en in “haar luister” hersteld zou zijn.

Onder aanvoering van de satan zelf zal het tot dan toe als wereldhoofdstad “verborgen” Babel, “de moeder der hoererijen (afgoderij) en der gruwelen der aarde”, (Openbaring 17) tot het centrum van de wereld worden. Dat betekent dat de islamitische cultuur, inclusief hun religie, zeer grote invloed zal hebben in een poging om geheel de aarde aan de satan te onderwerpen.

Maar… zover komt het gelukkig niet. De Koning van Gods Koninkrijk, de Here Jezus Christus, regerend vanuit Jeruzalem, laat het uiteraard zover niet komen. Hij zal dat oordeel over de volken, en het verzamelen van gelovigen in Zijn Naam, tot een voor God en voor de gelovigen goed einde brengen.

Oordeel over de stad Babel en haar koning

Er zal een definitief oordeel komen over de stad Babel, en daarmee over “het wereldrijk van de antichrist”, waarvan de satan uiteindelijk zelf de opvolger is van Alexander de Grote. De stad Babel is nog niet eerder vernietigd geweest. De profetieën geven echter aan dat dit wel zo zou zijn en dus moet dat nog gebeuren.

Dat zal dan ook aan het eind van “de 33 jaar” gebeuren. Er komt een definitieve strijd tussen de antichrist en Christus, tussen de “koning van Babel” en de “Koning van Jeruzalem”. Dat zal ook een fysieke strijd zijn, op het vlakke slagveld dat in het “dal van Megiddo” ligt (in Israël). Openbaring 16 : 16: “En zij hebben hen vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Armagéddon.

Bij die gelegenheid wordt ook de stad Babel vernietigd, aldus het laatste Bijbelboek Openbaring ter afsluiting van de diverse profetieën in het Oude Testament over Babel en de “koning van Babel”.

Dit betekent dat er ook een einde komt aan dat wereldrijk waarvan Babel de leidende factor is. De overwinning is aan de alreeds lang geleden in de profetieën aangekondigde Messias, de Christus der Schriften, de Verlosser Israëls, de Erfgenaam van David en zo meer. 

Het zal gaan zoals God gesproken heeft. Zijn Woord is zeker. Daar kunnen we volledig van op aan. Daar zouden we dan ook weet van hebben, omdat God Zélf gesproken heeft.

Oordeel over de ongelovigen die dan nog op aarde zijn

Kenmerk van dat Koninkrijk Gods, dat alreeds op de opstandingsdag van de Here Jezus van start ging, is dat het zal aanvangen met alleen gelovigen in de Here Jezus Christus. Ongelovigen gaan dat Koninkrijk niet in! 

Wie niet in Hem gelooft, zal voor wat genoemd “de 1000 jaren”, dat is de periode van waarin de satan en zijn personeel gebonden worden, van de aarde worden weggenomen. Uiteraard naar het dodenrijk, want daarin worden de doden bewaard tot het oordeel op “de Jongste Dag” oftewel “ten uitersten dage”. (Johannes 6)

De Here Jezus Zelf legt, in zijn overzicht van een deel van “Gods agenda” (Mattheüs 24), in de verzen 37-41 uit dat “de één (op aarde) weggenomen en de ander aldaar gelaten zal worden”.

Let op dat er niet méér wordt gezegd dan dat de ongelovigen van de aarde weggenomen zullen worden vóórdat het Koninkrijk Gods op geheel de aarde aangevangen zal zijn. Hoe God dat zal doen, staat er niet bij en daar hoeven wij dan ook geen enkele voorstelling bij te maken.

Ons is genoeg te weten dat God Zelf op dat moment, aan het einde van de 7 + 33 jaar, álle nog resterende ongelovigen wegneemt van deze aarde.

Op weg naar Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde

Het Plan Gods is daarmee niet ten einde. Het einddoel is het “de facto” volledig wegdoen van de “oude schepping”, zodat er plaats gemaakt wordt voor een Nieuwe Schepping, waarin “God alles in allen” zal zijn. (1 Korinthe 15 : 28)

Gods “agenda” wordt daarom voortgezet met:

  1. De “duizend jaren”
  2. Het voor een korte tijd loslaten van de satan
  3. Het oordeel over de doden op de Jongste Dag
  4. Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde
  5. God alles in allen

De “duizend jaren”

Het Koninkrijk Gods is een eeuwig Koninkrijk. Dat begon in de hemel met de Koning, de Here Jezus Christus, op de opstandingsdag in het jaar 32 A.D. (zover wij de data kunnen nagaan…)

De volgende fase is dat dit eeuwig Koninkrijk Gods ook op aarde gevestigd zal worden. Eerst in Jeruzalem en uiteindelijk dus op de gehele aarde. 

Lukas 11 : 12:

En Hij zeide tot hen: Wanneer gij bidt, zo zegt: Onze Vader, Die in de hemelen [zijt]! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.

Het Koninkrijk Gods aan het begin van de duizend jaren, start met alleen gelovigen, inclusief de gelovigen die gestorven zijn in de 40 jaar voorafgaand aan de “1000 jaar”, maar een opstanding hebben verkregen. Zij worden genoemd in Openbaring 6 : 9:

En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen dergenen, die gedood waren om het Woord Gods, en om de getuigenis, die zij hadden.

Zij allen zullen blijven leven in die 1000 jaar en dus niet sterven. Er worden in die duizend jaar uiteraard kinderen geboren. Dan blijkt dat zij “ergens onderweg” toch een keuze maken om niet tot geloof in de Here Jezus te komen. Het is eigenlijk niet voor te stellen dat dit kan, gezien al wat er dan al gebeurt is, maar de Bijbel spreekt er wel over.

Over ongeloof komt altijd een oordeel van Godswege, dus ook na de “duizend jaren”.

De satan kan men de schuld van dit ongeloof niet in de schoenen schuiven, want daarvan wordt in Openbaring 20 : 2 en 3 het volgende gezegd:

En hij greep den draak, de oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren;

En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde [dien] boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden.

God laat in Zijn allesomvattend “Plan der Eeuwen” zien dat de “aardse mens”, de “mens in het vlees”, ook zonder de invloed van de tegenstander tot ongeloof (= zonde) vervalt en dat het daarom rechtvaardig van Zijn kant is dat de oude schepping in zijn geheel wordt weggedaan, waarna alleen de Nieuwe Schepping in Christus zal bijven bestaan.

Het voor een korte tijd loslaten van de satan

Het ongeloof komt aan het licht als aan het eind van de “1000 jaren” de satan en zijn personeel voor een korte tijd zullen worden losgelaten (“een kleinen tijd ontbonden“). Openbaring 20 : 7 en 8:

En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijn gevangenis ontbonden worden.

En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den Magog, om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan de zee.

De satan krijgt, nadat hij na 1000 jaar losgelaten is, toch weer heel wat volgelingen achter zich aan, zo blijkt uit “welker getal is als het zand aan de zee“. Nogmaals, we kunnen ons dat eigenlijk niet voorstellen, maar … God noteert het in Zijn Bijbel en dus is het waar.

Het doel van de satanas is om deze ongelovigen te verzamelen tot opstand en oorlog tegen de Koning van Gods Koninkrijk, de Here Jezus Christus. De strijd concentreert zich dan opnieuw rondom Jeruzalem. Openbaring 20 : 9a:

En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad

Meer wordt er – op deze plaats – niet van verteld. Vers 9b stelt simpel vast: 

en er kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden.

Er is geen plaats voor ongeloof en evenmin voor strijd tegen de Christus, tegen God Zelf. Dat loopt altijd slecht af. Vers 10a:

En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, …

Het oordeel over de doden op de Jongste Dag

De doden in het dodenrijk (de geest, het onzichtbare, van elk mens) zullen geoordeeld worden op wat genoemd wordt “de Jongste Dag” of wat in de Bijbel heet “ten uitersten dage“. Dat zal een oordeel zijn ten leven of tot de dood. Het is het een of het ander. 

Johannes 5 : 28, 29

Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in dewelke allen, die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen;

En zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis.

De toehoorders van de Here Jezus zouden zich dáárover niet verwonderen, omdat dit  een bekende waarheid was in die dagen. De normale situatie was toen gewoon bekend, namelijk dat er een moment (“de ure“) komt dat het goede (= geloof) en het kwade (= ongeloof) geoordeeld zullen worden door God Zelf.

De bedoeling is uiteraard dat een mens gelooft in de Schepper en zich dus aan Hem onderwerpt. De “wil des Vaders” (de “Vader” geeft het leven) was dat de gelovige mens, in die dagen, zou worden “opgewekt ten uitersten dage”.

Johannes 6 : 39, 40, 44, 54

En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage.
En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een ieder, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

De Here Jezus sprak dit uit i.v.m. “oudtestamentische gelovigen”, d.w.z. gelovigen die zouden sterven vóórdat de Here Jezus vanuit het dodenrijk opstond.

God “bewaart” in dat dodenrijk de volgende “groepen”:

  1. De gelovigen van vóór de opstanding van de Here Jezus (“Schoot van Abraham”)
  2. De ongelovigen vanaf “vóór de nederwerping der wereld” tot aan “de Jongste Dag”

Er zijn “ten uitersten dage” ook mensen die nooit in dat dodenrijk zijn terechtgekomen. Dat zijn de gelovigen in Christus vanaf Zijn opstanding tot aan de opname van de Gemeente. Een gelovige zal “de dood niet zien”, belooft God. Jezus zei: “Voorwaar, voor-waar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid.” (Johannes 8 : 51; Romeinen 8 : 38, 39) En dan Openbaring 20 : 12, 13:

En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is: en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.

En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een ieder naar hun werken.

Deze dingen waren gewoon bekend in de dagen van de Here Jezus, zo blijkt ook uit de conversatie tussen Martha, de zus van de gestorven Lazarus, en de Here Jezus in Johannes 11 : 23, 24:

Jezus zei tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
Martha zei tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage.

Dat was dus niets bijzonders, maar wél dat er vóór die “laatsten dage” al leven mogelijk zou zijn op basis van geloof in Degene die “de Opstanding en het Leven” is. Vers 25-27:

Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
En een ieder, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
Zij zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Gods, Die in de wereld komen zou.

De keuze zou niet moeilijk moeten zijn. Kiezen voor het leven, kiezen om “de Christus, de Zone Gods” te geloven, zodat je niet in het oordeel “ten uitersten dagekomt.

Het probleem is dat er inmiddels ontzettend veel leringen zijn, die allemaal hetzelfde doel hebben, namelijk: ontkennen dat God op Zijn tijd elk mens individueel zal oordelen op basis van of men gelooft of niet. In het geval van ongeloof worden de “werken” van de mens in kwestie ook geoordeeld, leert de Bijbel.

In overgrote meerderheid trekt de mens zich niks van God aan. Men kent Hem niet, negeert Hem of wil Hem niet kennen. Men probeert Hem ook uit deze wereld weg te krijgen. Hij bestaat dan voor hen gewoon niet. Aangezien God in deze tijd t.o.v. de wereld zwijgt, lijkt dat misschien ook zo, maar de werkelijkheid is anders.

Wij hebben een lévende God en binnenkort zál Hij weer tot “de wereld” spreken. Tot behoud van degenen die geloven, maar tot oordeel van degenen die ongelovig blijven. 

Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde

We zijn in Gods Heilsplan op weg naar Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde, oftewel naar de voltooiing van de Nieuwe Schepping, die reeds zo’n 2000 jaar geleden op de opstandigsdag van start ging. Christus is de eersteling van de Nieuwe Schepping en alle gelovigen vanaf dat moment zijn Hem daarin alreeds gevolgd. 

En Hij is het Hoofd des lichaams, [namelijk] der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene (= Eerste) uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.

In het Oude Testament was de komst van Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde al aan-gekondigd. Jesaja 65 : 17 en 66 : 22:

Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet [meer] gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen.

Want gelijk als die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, …

De Here Jezus haalt het aan in Mattheüs 24 : 35:

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.

De apostel Petrus sprak erover in 2 Petrus 3 : 13:

Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.

In het slothoofdstuk van de Bijbel kan het derhalve niet ontbreken en dat doet het dan ook niet. Openbaring 21 : 1:

En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.

Nogmaals: God werkt Zijn Plan in Christus, alreeds gemaakt vóór de “nederwerping der wereld“, uit en dat resulteert in een alles omvattend Koninkrijk Gods, zowel in de hemelen als op aarde. 

Daarbij is de oproep aan elk mens, de oproep van de Here Jezus in Mattheüs 25 : 33:

… Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging (= nederwerping) der wereld.

God zij alles in allen

Uiteindelijk zal álles nieuw zijn. Werkelijk álles is dan tot wedergeboorte gekomen, tot Nieuw Leven gemaakt, door God Zelf. Gods Heilsplan omvat de wedergeboorte van de individuele mens, van het volk Israël én van de totale schepping. (Zie het boek: “Wedergeboorte en Gods programma”) Openbaring 21 : 5:

En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw.

Als Gods Heilsplan volledig is uitgevoerd in Christus en door Hem, zal in Nieuwe Hemelen en op Nieuwe Aarde de situatie zijn zoals die zou moeten zijn, namelijk dat “God zij alles in allen“. Het is de apostel Paulus, die op een geweldige manier dit Evangelie Gods samenvat in 1 Korinthe 15 : 20-28 

Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn.
Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens.
Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden.
Maar een ieder in zijn orde: de Eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst.
Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven hebben; wanneer Hij zal te niet gedaan hebben alle heerschappij, en alle macht en kracht.
Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben.
De laatste vijand, die te niet gedaan wordt, is de dood.

Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen. Doch wanneer Hij zegt, dat [Hem] alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen heeft.

En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

“Gods agenda” vanaf “nu” is dus bekend! Doe er je voordeel mee! De Ware God, de Schepper van hemelen en aarde, de Schepper van de Nieuwe Schepping, heeft Zijn Plan gemaakt en dat bekend gemaakt aan iedereen. Maar alleen degenen die Hem geloven op Zijn Woord, die Hem vertrouwen op wat Hij gesproken heeft, krijgen deel aan dat Plan.

Het is niet moeilijk het Plan Gods te kennen. Dat begint bij volledig, met het hart, geloven dat de Here Jezus Christus de Naam is van God gegeven “door Wie wij móeten zalig worden”. (Handelingen 4) Die Naam wordt overvloedig getoond in Gods Woord, de Bijbel, en daarom zouden we de Schrift openen en als Waarheid Gods aanvaarden. 

Amen

Gods agenda vanaf “nu” – PDF


Gods agenda vanaf “nu”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *